LIER - De grootste, meest succesvolle biljarter uit de historie wordt volgende week woensdag tachtig jaar. Raymond Ceulemans (van 12 juli 1937) verkeert in een blakende gezondheid, is vitaal, speelt nog altijd biljart, vult zijn dagen vooral met zijn echtgenote Angèle en kan nog altijd boeiend en met veel humor verhalen over zijn rijke carrière. Maandag komt de Nederlandse televisie langs voor een reportage. Twee dagen later viert hij zijn 80e verjaardag in huiselijke, familiale kring.
De beste biljarter ooit, in een tijdperk dat hij alleenheerser was, haalde 35 wereldtitels (waarvan 20 in het driebanden), 48 Europese titels en 61 Belgische titels. Dan zijn de titels die hij met zijn succesvolle teams heeft gehaald nog niet meegerekend. Mister 100, de bijnaam die hij kreeg na zijn 100e titel in Las Vegas, werd als één van de weinige Belgische sporters in zijn land tot ridder benoemd. Hij verwacht niet dat zijn onwaarschijnlijke erelijst ooit nog wordt benaderd. ,,Het biljarten van tegenwoordig, met zijn vele profspelers, heeft veel meer wereldtoppers. Dat was in mijn tijd anders. Ik kan nu bij een WK of een World Cup geen voorspelling maken. Frédéric Caudron, Torbjörn Blomdahl, Dick Jaspers, Dani Sánchez, Eddy Merckx, ze staan zo dicht bij elkaar dat iedereen van iedereen kan winnen.''
De professionalisering van zijn sport heeft het niveau in de laatste vijf, tien jaar enorm omhoog gestuwd. Raymond: ,,De komst van de Koreanen, de invasie van prachtige biljarters, heeft de nieuwe evolutie ingezet. Ze zijn niet met vijf, of tien, maar met tientallen spelers die twee en meer moyenne kunnen spelen. En tegenwoordig komen ze uit alle hoeken en gaten. Ik heb zelf nooit in Vietnam gespeeld, wij dachten altijd dat daar alleen maar oorlog werd gevoerd. Het blijkt nu een land waar ook grote biljarters zijn gekweekt.''
De meeste topspelers van deze generatie kent hij en hebben zijn grote bewondering. ,,Ik ga nog graag kijken naar die spelers, omdat ik er dan zelf ook een beetje bij blijf horen. Het is mooi dat ik overal met open armen wordt ontvangen. Dat is een teken dat ik nog niet van de kaart ben geveegd, hè. Als het me uitkomt, ga ik over een paar weken ook weer naar New York om het toernooi mee te spelen. Het heeft bij mij nog altijd een speciale betekenis. Ik kwam er al in de jaren van Sang Lee, die alweer 12 jaar geleden is overleden. Maar ook op de WK's, zoals de laatste twee jaar in Bordeaux, kom ik graag kijken en genieten van het spelniveau. Het is nu de gewoonste zaak van de wereld dat spelers 40 punten maken in 10 beurten of minder. Dat is fantastisch om naar te kijken. Ik moet wel even zeggen, dat ik mijn beste partij ooit, 40 in 8 beurten, al 18 jaar geleden heb gespeeld. Toch niet slecht hè, voor die jaren?''
Hij mag de sterspelers van nu graag met zijn kennersogen analyseren. Torbjörn Blomdahl en Eddy Merckx, de natuurtalenten met hun prachtige, razendsnelle afstoottechniek en flitsende caramboles. ,,Ik zeg wel eens: de zachtste stoot van Merckx is nog altijd harder dan de hardste stoot van Caudron.'' Dick Jaspers en Frédéric Caudron, zegt hij, zijn de academische spelers van het circuit. ,,Het is een lust om naar Caudron te kijken, voor hem heeft het biljart in alle disciplines geen geheimen.'' Hij roemt Dick Jaspers om zijn enorme concentratie. ,,Je kan een bom laten afgaan naast het biljart als hij aan het spelen is, hij zal het niet horen. Ik was ook zo'n speler, altijd op en top geconcentreerd.''
De moyennes zijn zo omhoog geschoten door de ontwikkeling van amateurs naar profspelers. ,,De huidige generatie van topspelers heeft de profstatus en kan leven van het biljart. Dat betekent dat ze veel en dagelijks spelen. Het materiaal is verbeterd, dat telt ook mee. Veel trainen, veel wedstrijden spelen, veel kijken naar andere spelers heeft het spelniveau in het driebanden in korte tijd sterk verhoogd. De plaatsing is veel belangrijker geworden. Hard spelen, zoals Blomdahl en Merckx, lijkt wel ongecontroleerd, maar door veel te spelen en trainen, weten ze precies waar de ballen uitkomen. Voor ons, in mijn vroegere jaren, was dat een utopie.''
,,Ik heb eerst tien jaar lang in de diamantwereld gewerkt, daarna ben ik in de horeca gegaan. Ik hield café en ik moest de wereld in om grote toernooien te spelen. Zo rond 1985 is dat veranderd toen Werner Bayer zijn profcircuit startte. Toen konden we wat geld gaan verdienen met biljarten en konden we zowat als eerste profspelers gaan leven. Dat is nogal een verschil met de huidige generatie van topspelers, van wie sommigen nooit hebben gewerkt naast het biljarten.''
Hij wordt vaak, vooral in zijn latere jaren, gevraagd naar de mooiste titel in zijn carrière. ,,Daar kan ik niet op antwoorden: alle titels zijn mooi. De eerste wereldtitel vergeet je niet, maar er zijn nog zo veel prachtige successen na gekomen. En mijn laatste, in 2001, toen iedereen mij al had afgeschreven, was heel bijzonder. Ik werd wereldkampioen in Luxemburg, in een toernooi met alle grote spelers van deze generatie.''
Zijn vroegere, grote vriend Herman Jacquemijns, inmiddels overleden, zei altijd: 'Raymond, wij moeten elke dag genieten, we moeten niet de rijkste mensen van het kerkhof willen worden.' Raymond: ,,Dat gaan wij ook niet worden. We leven er goed van. Ik heb een kleine inzinking gehad, dit jaar. Ze hebben mij een pacemaker gegeven, omdat mijn hartslag zo traag werd dat hij bijna ging stilvallen. Dat is nu gereguleerd op 60 slagen per minuut. Ik voel mij opperbest op weg naar mijn tachtigste jaar. Wie had dat ooit gedacht. Toen ik twintig was, zat ik vandaag te denken, had ik toch nooit kunnen denken dat ik tachtig zou worden.''
De anekdotes van zo'n lange carrière, met één lange triomftocht langs steden als Buenos Aires, Tokio, Las Vegas, Lima, Caïro, La Paz, Antwerpen en andere wereldsteden, zijn ontelbaar... En allemaal verteld met de humor die Ceulemans zo eigen is. Zo maar een greep:
,We speelden de finale van een WK in het voetbalstadion van Lima. De tot Peruaan geneutraliseerde Japanner Suguimizu was de grote favoriet van het publiek, die werd aangemoedigd als de plaatselijke held. Ik was zo veel sterker, dat hij geen schijn van kans had. De supporters begonnen uit teleurstelling, op het eind van de finale vanaf de tribunes met zitkussentjes naar ons te smijten. De speaker greep naar de microfoon en riep: mensen, mensen, heb toch respect voor zo'n grote kampioen.''
De Argentijn Carlos Friedenthal was zijn tegenstander op een WK in een partij van alles tegen niets. ,,Ik speelde hem van de tafel met 50-7. En omdat het scoreborden waren van drie cijfers, stond er: Carlos Friedenthal, 007. Hij kreeg na die dag de bijnaam James Bond.'' De Japanner Keizo Kubo kon met zijn splijtende afstoot de meest ongelooflijke ballen maken. ,,Hij was een taai, mager manneke. Zo scherp als een mes. Als je een heel brood naar hem toesmeet, kreeg je het gesneden terug.''
Hij zou de spelers uit deze tijd nog wel eens mee willen tijden naar het Zuid-Amerika van die jaren. ,,De biljarts op een WK stonden zo scheef, dat ze naar alle kanten afliepen. Ik had eens een stoot gedaan, ging op mijn stoel zitten en zag de bal nog centimeters omvallen. Zo erg dat een toeschouwer achter mij fluisterde: 'It is the will of God, sir.' Met ivoor spelen was ook zo veel anders dan met de juweeltjes van deze tijd.''
Het biljarten, stelt hij tevreden vast, is een echte wereldsport geworden. ,,Ze spelen het in Korea, in Vietnam, in Japan, in Noord-Amerika, in Zuid-Amerika en in heel Europa weten mensen wat biljarten is. Het zal natuurlijk nooit een massasport worden zoals voetbal. Je kunt een biljart nu eenmaal niet in een voetbalstadion zetten. We zullen altijd in zalen en sporthallen blijven spelen. Maar hoe mooi is het om te zien, dat we zo'n internationale sport zijn geworden, met spelers over de hele wereld.''
Zijn mooiste jaren als hij terugkijkt? ,,Toen ik voor Crystal Kelly speelde, een prachtig team, waarvan de sponsor ook elk jaar een groot toernooi organiseerde in Monaco.'' En de jaren van Werner Bayer staan voor altijd in zijn geheugen gegrift.
Raymond Ceulemans speelt nog altijd voor teams in België en Nederland. Voor komend seizoen heeft hij zich zelfs als reserve nog verbonden aan het team van Dallinga, onder meer met Frédéric Caudron. Mister 100 in Lier is het team van de familie, dat uitkomt in de hoogste klasse met Peter, Kurt, Raymond en Bart Ceulemans. Zelden mist hij een wedstrijd... en zelden ontbreekt Angèle, zijn prachtige echtgenote, die de Ceulemansen komt aanmoedigen. ,,We hebben het altijd goed gehad, samen'', verzekert Raymond. ,,Vroeger kon Angèle niet altijd meekomen. Ze moest de zaken laten draaien en de kinderen opvoeden. Maar nu is ze er bijna altijd bij als we moeten spelen. Ik mag zeggen dat ik een geweldige vrouw heb, maar ik heb ze zelf gekozen hè...? Ze wordt ook 79, maar ze rijden haar nog altijd niet uit de wielen.''
Raymond en Angèle met de hele familie Ceulemansen
Raymond Ceulemans met een andere Belgische sportlegende: Jef Jurion
Raymond Ceulemans, zijn vrouw Angèle en de Franse ex-topspeler Francis Connesson tijdens het WK van vorig jaar in Bordeaux